weduwe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weduwe    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈʋeːdyʋə/
Woordafbreking
  • we·du·we
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vrouw van wie de echtgenoot is overleden’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord weduwe weduwen
weduwes
verkleinwoord weduwetje weduwetjes

Zelfstandig naamwoord

deweduwev

  1. vrouw wier huwelijkspartner overleden is
     Ze had voor dit boek een aantal weduwes geïnterviewd over de invloed die het verlies van hun partner op de rest van hun leven heeft gehad.[3]
Hyponiemen
  • computerweduwe, grasweduwe, haagweduwe, oorlogsweduwe, schaduwweduwe, stroweduwe
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weduwe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.