duozadel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duozadel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • duo·za·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duozadel duozadels
verkleinwoord duozadeltje duozadeltjes

Zelfstandig naamwoord

duozadel m/o

  1. (transport) het tweede zadel of het achterste gedeelte van een buddyseat, voor een passagier op een gemotoriseerde tweewieler
    • Het duozadel is nu vaak een wat hoger geplaatst deel van een buddyseat. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'duozadel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.