duurzaamheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duurzaamheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • duur·zaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duurzaamheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deduurzaamheidv

  1. het vermogen lang mee te gaan
    • De duurzaamheid van dit materiaal is spreekwoordelijk.  [1]
     Maandenlang had ik alle specificaties van tenten bestudeerd: gewicht, ruimte, kosten, duurzaamheid, dubbelwandig, enkelwandig, vrijstaand, camouflagemotief, cuben fiber en nylon.[2]
  2. (milieukunde) het vermogen niet tot uitputting of vervuiling te voeren
    • De duurzaamheid van zonne-energie is een aantrekkelijke zaak. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • buitenduurzaamheid
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord duurzaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.