eerbied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eerbied    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈerbit/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eer·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eerbied -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deeerbiedm

  1. een gevoel van bewondering
    • Hij had veel eerbied voor de oude man. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eerbied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord eerbied -

Zelfstandig naamwoord

eerbied

  1. eerbied
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.