eerste naamval

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eerste naamval    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈerstəˌnamvɑl/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eer·ste naam·val
Woordherkomst en -opbouw
  • verbinding van eerste  en naamval, die verwijst naar de plaats van deze naamval op de eerste rij in het tabelletje dat traditioneel gebruikt wordt voor de weergave van het buigingsparadigma
enkelvoud meervoud
naamwoord eerste naamval eerste naamvallen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deeerste naamvalm

  1. (grammatica) vorm van een naamwoord als dat het onderwerp, naamwoordelijk deel van het gezegde of de aangesproken persoon in een zin is
     De kinderen leren naamvallen in fasen: eerst de eerste naamval (‘der Mann’), dan de vierde (‘den Mann’), en daarna de derde (‘dem Mann’). Veel later komt de tweede (‘des Mannes’).[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'eerste naamval' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Brigitte Osterath
    “Hebben ook Duitse kinderen problemen met de naamval?” (20 april 2018) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.