egoïst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  egoïst    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌeɣoˈwɪst/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ego·ist
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Latijn ego met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord egoïst egoïsten
verkleinwoord egoïstje egoïstjes

Zelfstandig naamwoord

deegoïstm

  1. een zelfzuchtig persoon
    • Veel mensen hebben een hekel aan egoïsten. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord egoïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.