eierhandel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eierhandel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ei·er·han·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ei zn en handel zn met het invoegsel -en- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | eierhandel | eierhandels |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eierhandel m
- de handel in eieren
- ▸ De grootste bond binnen vakcentrale CNV komt niet met een algemene looneis, omdat er volgens Fortuin grote verschillen kunnen zijn tussen sectoren. "De eierhandel bijvoorbeeld heeft grote problemen gehad door het fipronilschandaal. Daar zullen we geen hoge looneis stellen."[2]
- bedrijf dat handelt in eieren
- ▸ Er werden ruim 10.000 stemmen uitgebracht. Het was een nek-aan-nekrace met 'Regelrecht van kippenkont naar mensenmond' van eierhandel Marco Kleijer uit Putten.[3]
Gangbaarheid
- Het woord eierhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Vakbond CNV Vakmensen wil fors hogere lonen” (Zaterdag 16 september 2017, 11:05), NOS
- ↑ Weblink bron “'Iedere paal gaat erin' slechtste slogan van 2015” (Dinsdag 15 december 2015, 08:00), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.