eindschot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eindschot    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛintsxɔt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eind·schot
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  eind zn "afsluiting"  en  schot zn 
  • [A] "schot" in de betekenis "afvuren van een projectiel" overdrachtelijk gebruikt voor een op overwinning gericht actie [1]
  • [B] "schot" in de betekenis "afscheidende wand" [2]
A enkelvoud meervoud
naamwoord eindschot eindschoten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[A]heteindschoto

  1. (sport) spurt op het einde van een wedstrijd tot aan de finish
    • Farah miste op de 5000 het eindschot waarmee hij de laatste jaren oppermachtig was en vier keer achtereen op de grote kampioenschappen de moeilijke dubbel 5000 en 10.000 won (de WK’s van 2013 en 2015 en de Olympische Spelen van 2012 en 2016). [3] 
    • Dat duo maakte zich na 2000 meter al los van de rest en nam samen een grote voorsprong. Obiri spurtte Ayana eruit in de laatste ronde, Hassan rende met een sterk eindschot naar de bronzen medaille in 14.42,73, iets boven haar Nederlands record. Krumins eindigde voor de vierde keer op een groot toernooi als achtste in de finale van de 5000 meter. [4] 
    • Dat de strijd om de regenboogtrui pas in de laatste ronde ontbrandde, speelde mannen met een sterk eindschot in de kaart. [5] 
  2. (sport) poging om een punt te scoren als afronding van een aanval
      En als dan de woeste houding der Rood-Zwarten door dit onbegrijpelijk spel verzwakte en verflauwde, clan gilde Hans zijn strijdkreet, die z'n getrouwen bijeenriep, en als een alles vernielende stormram stortte Leonidas naar voren, rukte met zulk een geweldige, toomelooze vaart op Jupiters doel af, dat de Rood-Zwarten totaal verbluft stonden en alleen het zenuwachtige, te hoog gemikte eindschot van Piet Parker den bal over de goal deed suizen en de eer van Jupiter redde.[6]
Synoniemen
B enkelvoud meervoud
naamwoord eindschot eindschotten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

[B]heteindschoto

  1. plank of wand als afsluiting van een langgerekte ruimte of baan
     Aan de zijde van het koorhek zijn beide bankenrijen voorzien van een eindschot met dezelfde vormgeving als de tussenschotten.[7]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eindschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[8]

Verwijzingen

  1. eindschot op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Tubantia 12-08-17 Edris dompelt Londen én Farah in rouw
  4. Tubantia 13-08-17 Hassan pakt verrassend brons op 5000 meter
  5. Tubantia Mark den Blanken 24-09-17 Historisch! Peter Sagan pakt derde wereldtitel op rij
  6. Weblink bron
    Chr. van Abkoude
    “Een ongeluksvogel.”, 4de druk (ca. 1923), Kluitman, Alkmaar, 34/35
  7. Weblink bron
    Herman Janse
    “De Oude Kerk te Amsterdam.” (2004), Waanders, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist, ISBN 904008680X, p. 200
  8. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.