ejendomsmægler

Deens

Woordafbreking
  • ej·en·doms·mæg·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  ejendom zn "bezit"  en  mægler zn "agent"  met het invoegsel -s- 
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ejendomsmægler     ejendomsmægleren     ejendomsmæglere     ejendomsmæglerne  
genitief   ejendomsmæglers     ejendomsmæglerens     ejendomsmægleres     ejendomsmæglernes  

Zelfstandig naamwoord

ejendomsmægler, g

  1. makelaar in onroerend goed
    «Hans ejendomsmægler rådede ham at vælge en stor landejendom med rigelig plads.»
    Zijn makelaar raadde aan dat hij een groot landhuis met veel ruimte koos.
Hyperoniemen
  • mægler

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.