elegant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elegant    (hulp, bestand)
  • IPA: /eləˈɣɑnt/
Woordafbreking
  • ele·gant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bevallig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen eleganteleganterelegantst
verbogen eleganteelegantereelegantste
partitief elegantseleganters-

Bijvoeglijk naamwoord

elegant

  1. een prettige uitstraling hebbend door de subtiele afwerking
    • Zij kan werkelijk zeer elegante bewegingen maken. 
    • Albert mocht hem niet. Misschien omdat hij knap was. Een lange, slanke, elegante vent met een bos golvend donkerbruin haar, een rechte neus en prachtig getekende smalle lippen. En donkerblauwe ogen. [2] 
     Toen ik zei dat ik helaas nog niet wist hoelang ik van plan was te blijven en dat ik hoopte dat dat geen probleem zou zijn, wuifde hij mijn zorgen weg met een elegant handgebaar en bezwoer hij mij dat het een eer was voor het etablissement en een persoonlijk genoegen voor hemzelf om mij als gast te mogen beschouwen en dat hij alleen maar kon wensen dat deze vreugde langdurig zou mogen zijn.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Bijwoord

elegant

  1. op elegante wijze
    «Het gebouw was elegant versierd.»
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord elegant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:

Bijvoeglijk naamwoord

stellend vergrotend overtreffend
elegantmore elegantmost elegant

elegant

  1. elegant, stijlvol
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.