emballeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emballeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • em·bal·leur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord emballeur emballeurs
verkleinwoord emballeurtje emballeurtjes

Zelfstandig naamwoord

deemballeurm

  1. (beroep) iemand die emballeert, een inpakker
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'emballeur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.