eolithicum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eolithicum    (hulp, bestand)
  • IPA: /ejoˈlitikʏm/
Woordafbreking
  • eo·li·thi·cum
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels Eolithic, als naam voor een tijdperk in 1892 voorgesteld door John Allan Brown[1]; samenstellende afleiding van Oudgrieks ἠώς (éos) "dageraad" en λίθος (líthos) "steen" met het achtervoegsel -icum, dus: "dageraad van de steentijd"[2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord eolithicum -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

heteolithicumo

  1. (archeologie) (verouderd) veronderstelde vroegste periode van de steentijd, waarin nauwelijks bewerkte stenen, "eolieten", als werktuig werden gebruikt
    • Rutot heeft de kennis van het eolithicum tot een systeem uitgebouwd. [4]
Schrijfwijzen
  • Vóór 2006 was de spelling Eolithicum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • eolithisch
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'eolithicum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.