erkennen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erkennen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛrˈkɛnə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘inzien’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1]
  • afleiding van met het voorvoegsel er- en kennen [2]
Woordafbreking
  • er·ken·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erkennen
erkende
erkend
zwak -d volledig

Werkwoord

erkennen

  1. overgankelijk inzien, toegeven
    • Hij kan niet tegen zijn verlies en wou niet erkennen dat hij verloren had. 
     En hij had bovendien erkend, daar in de treincoupé al, dat hij het bij het verkeerde eind had en dat zij gelijk had.[3]
  2. overgankelijk als wettig, echt, juist aanvaarden
    • Servië erkent Kosovo niet als zijnde een onafhankelijk land. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erkennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.