ervaringsbewijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ervaringsbewijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- er·va·rings·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ervaring zn en bewijs zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ervaringsbewijs | ervaringsbewijzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het ervaringsbewijs o
- officiëel document waarop staat welke werkervaring iemand heeft; vooral van belang voor mensen zonder erkende diploma's
- ▸ In de strijd om talent zet bpost een opmerkelijk middel in. Het Belgische postbedrijf wil laaggeschoolde werkzoekenden niet enkel een job, maar ook opleidingskansen én een erkenning van opgedane werkervaring aanbieden. Op termijn moeten de verworven competenties leiden tot een ervaringsbewijs of zelfs een diploma.[1]
Gangbaarheid
- Het woord ervaringsbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Bpost helpt werknemers aan diploma” (28/04/2011 om 11:56 door Jobat.be (mo)), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.