etaleur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  etaleur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eta·leur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord etaleur etaleurs
verkleinwoord etaleurtje etaleurtjes

Zelfstandig naamwoord

deetaleurm

  1. (beroep) iemand belast met het inrichten van etalages
Afgeleide begrippen
  • etaleur-decorateur
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord etaleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.