exportcijfer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: exportcijfer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ex·port·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van export zn en cijfer zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exportcijfer | exportcijfers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het exportcijfer o
- getal dat betrekking heeft op de uitvoer van goederen en diensten naar het buitenland
- ▸ Een aantal grote coffeeshophouders is het niet eens met de gebruikte berekening en de conclusie die daaruit volgen. "De exportcijfers zijn gebaseerd op drijfzand. De methode die is gebruikt, deugt niet", zegt woordvoerder Rutger-Jan Hebben.[2]
- ▸ De terugval is een slecht voorteken voor de exportcijfers van Nederland. Als ook de export daalt, dan heeft dat weer negatieve gevolgen voor de Nederlandse economie. De cijfers lijken het beeld te bevestigen dat in het eerste kwartaal de economie voor het derde kwartaal op rij is gekrompen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord exportcijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Onderzoek: meeste wiet gaat de grens over” (Woensdag 17 december 2014, 10:41), NOS
- ↑ Weblink bron “Harde tik voor industrie” (Woensdag 8 mei 2013, 11:44), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.