faalangst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  faalangst    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfalɑŋst/
Woordafbreking
  • faal·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord faalangst -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defaalangstm

  1. (psychologie) angst om te falen
    • Vaak verhindert faalangst dat mensen iets ondernemen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord faalangst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.