fatsoenshalve

Nederlands

Uitspraak

Geluid: fatsoenshalve (hulp, bestand)

Woordafbreking

fat·soens·hal·ve

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van fatsoen met het achtervoegsel -halve en met het invoegsel -s-.

Bijwoord

fatsoenshalve

uit fatsoen, om het fatsoenlijk te houden
- Ik riep iets wat ik fatsoenshalve niet zal herhalen.

Vertalingen

1. uit fatsoen, om het fatsoenlijk te houden

Afrikaans: behoorlikheidshalwe ^(af)

Duits: anstandshalber ^(de)

Gangbaarheid

Het woord fatsoenshalve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.