feces

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  feces    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfesɛs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fe·ces
Woordherkomst en -opbouw
  • alleen meervoud, van Latijn faeces, in de betekenis van ‘uitwerpselen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord - feces
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defecesmv

  1. (medisch) ontlasting
Schrijfwijzen
  • faeces (officiële spelling tot 1955)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord feces staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.