feestartikelenwinkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feestartikelenwinkel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- feest·ar·ti·ke·len·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feestartikel zn en winkel zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestartikelenwinkel | feestartikelenwinkels |
verkleinwoord | feestartikelenwinkeltje | feestartikelenwinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de feestartikelenwinkel m
- winkel waar men producten voor eenmalig gebruik op een feest kan kopen
- ▸ Elian Roos van de feestartikelenwinkel Party Point vertelt over de impact van de crisis.[1]
Gangbaarheid
- Het woord feestartikelenwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Elian Roos (feestartikelenwinkel)” (Donderdag 14 november 2013, 16:14), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.