feestgewaad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feestgewaad (hulp, bestand)
Woordafbreking
- feest·ge·waad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest zn en gewaad zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | feestgewaad | feestgewaden |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het feestgewaad o [1]
- deftige, feestelijke kleding
- ▸ Morgause zat daar al in haar mooiste kleed en ze had Morgaine een saffraankleurig feestgewaad aangetrokken.[2]
- (figuurlijk) een speciaal, feestelijk uiterlijk
- ▸ Meer dan tweehonderd in het oog springende gebouwen en andere bezienswaardigheden zijn zaterdag in blauw licht gezet om de zeventigste verjaardag van de Verenigde Naties te vieren. Onder meer de piramides in Egypte, de Parijse Eiffeltoren en de Chinese Muur kregen een feestgewaad in de kleur van de VN.[3]
Hyponiemen
- pronkgewaad, galakleding, baltoilet, avondtoilet, balkostuum, galajurk, staatsiekleed
Gangbaarheid
- Het woord feestgewaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Marion Eleanor Zimmer Bradley“Nevelen van Avalon” (1982), De Boekerij , ISBN 9022529649
- ↑ Weblink bron “Wereld één dag in het blauw ter ere van 70 jaar VN” (24-10-2015), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.