fellogeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fellogeen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌfɛloˈɣen/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fel·lo·geen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fellogeen -
verkleinwoord -

Zelfstandig naamwoord

hetfellogeeno

  1. (beschrijvende plantkunde) cambium waarbij lagen kurk naar buiten toe worden aangemaakt dat zo de scheuren in de epidermis afdekt die ontstaan door de diktegroei
     Gerekend vanaf het cambium dat aan het spinthout grenst, komt naar buiten toe eerst de bast met de zeefvaten voor de afvoer van stoffen. Daarna komt de schors met een tweede cambium (fellogeen), dat naar buiten toe kurklagen aanlegt.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord 'fellogeen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Jean Penders
    “Schors van boom” (mei 2007) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.