filmmuseum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  filmmuseum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • film·mu·se·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmmuseum filmmusea
filmmuseums
verkleinwoord filmmuseumpje filmmuseumpjes

Zelfstandig naamwoord

het filmmuseum o

  1. (filmkunst) museum voor de filmkunst
    ▸ Er was daar een feest in Vertigo, bij het Filmmuseum.[2]
    ▸ De oudste bewegende opnamen uit Europa zijn gerestaureerd en binnenkort te zien in het Eye Filmmuseum. Het gaat om vaak dagelijkse taferelen van rond 1900. Anno 2020 roepen de beelden een mix van verbazing en herkenning op.[3]
Afgeleide begrippen
  • filmmuseumconservator

Gangbaarheid

  • Het woord filmmuseum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
  3. ↑ Weblink bron “Tijdreis naar de 19e eeuw: het eerste bewegende beeld uit Europa” (22-08-2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.