flagelo
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /flaˈxe.lo /
Woordafbreking
- fla·ge·lo
enkelvoud | meervoud |
---|---|
flagelo | flagelos |
Zelfstandig naamwoord
flagelo m
- gesel, roede, zweep
- (zoötomie) trilhaartje, zweephaar
Verwante begrippen
Synoniemen
- [1] azote
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flagelar |
flagelo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van flagelar
Verwijzingen
- flagelo in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.