roede

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roede    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrudə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • roe·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roede roedes
roeden
verkleinwoord roedetje roedetjes

Zelfstandig naamwoord

deroedev/m

  1. bundel takken waarmee geslagen kan worden
     'Een schrik voor de meisjes. Toch was die roede warempel geen verbeelding.[4]
  2. holle of massieve (metalen) staaf
  3. (eenheid), (verouderd) lengtemaat die qua afmeting verschilde van plaats tot plaats
  4. (eenheid), (verouderd) oppervlaktemaat die qua afmeting verschilde van plaats tot plaats
  5. (eenheid), (verouderd) inhoudsmaat die qua omvang verschilde van plaats tot plaats
  6. (figuurlijk) penis
Synoniemen
  • roe (uitspraakvariant)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • roedehoofd, roedeloper, roedeschaaf
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord roede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.