fou

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  fou    (hulp, bestand)
  • IPA: /fu/

Zelfstandig naamwoord

fou m

  1. (psychologie) gek, krankzinnig, dwaas
  2. nar, hofnar
  3. (schaak) loper, raadsheer
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   fou fous
  vrouwelijk   folle folles

Bijvoeglijk naamwoord

fou

  1. (spreektaal) gek, maf
    «Elle est folle de son mec.»
    Ze is gek op haar vent. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.