fransman
Nederlands
| Niet te verwarren met: Fransman |
Uitspraak
- Geluid: fransman (hulp, bestand)
Woordafbreking
- frans·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van frans bn en man zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | fransman | fransmannen fransmans |
| verkleinwoord | fransmannetje | fransmannetjes |
Zelfstandig naamwoord
de fransman m
- oogstarbeider die in de zomer in Frankrijk gaat werken
- wilde boekweit
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord fransman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fransman" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.