gaffeltand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gaffeltand (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gaf·fel·tand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gaffel zn en tand zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffeltand | gaffeltanden |
verkleinwoord | gaffeltandje | gaffeltandjes |
Zelfstandig naamwoord
de gaffeltand m
- persoon wiens voorste boventanden erg vooruitsteken
- tand in de vorm van een gaffel
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'gaffeltand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffeltand | gaffeltanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gaffeltand
Schrijfwijzen
Verwijzingen
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaffeltand | gaffeltanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gaffeltand
Schrijfwijzen
- gaffeltaand
- Gaffeltang
- Gaffeltange
- Gaffeltange
- Gawweltange
Synoniemen
|
|
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.