gaffeltand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaffeltand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gaf·fel·tand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gaffeltand gaffeltanden
verkleinwoord gaffeltandje gaffeltandjes

Zelfstandig naamwoord

degaffeltandm

  1. persoon wiens voorste boventanden erg vooruitsteken
  2. tand in de vorm van een gaffel
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'gaffeltand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord gaffeltand gaffeltanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gaffeltand

  1. (oorwormen) oorworm; een insect met grote tangvormige cerci aan het einde van het achterlijf [1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord gaffeltand gaffeltanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gaffeltand

  1. (oorwormen) oorworm; een insect met grote tangvormige cerci aan het einde van het achterlijf
Schrijfwijzen
  • gaffeltaand
  • Gaffeltang
  • Gaffeltange
  • Gaffeltange
  • Gawweltange
Synoniemen
  • knieptang
  • knieptange
  • kullebieter
  • nieptang
  • oorkroeper
  • oortiek
  • oorwörm
  • oorwurm
  • skalebieter

Meer informatie

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.