gaffel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaffel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɑfəl/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈχɑ.fəɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣɑ.fəɫ/
    • (Limburg): /ˈɣɑ.fəl/
Woordafbreking
  • gaf·fel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tweetandige stok, vork’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gaffel gaffels
verkleinwoord gaffeltje gaffeltjes

Zelfstandig naamwoord

degaffelv/m

  1. (scheepvaart) meer of minder van de mast schuin omhoog uitstaand rondhout, om de bovenkant van een zeil (het bovenlijk) uit te houden
  2. (gereedschap) werktuig, met een steel die het ene einde in twee armen of tanden uitloopt
  3. (zoötomie) het gewei van een tweejarig hert of ree met twee uiteinden
  4. (heraldiek) een element in een Y-vorm, gelijkend naar een pallium
  5. benaming van verschillende voorwerpen die de vorm van een gaffel hebben
Hyponiemen
  • [2]: hooigaffel
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
gaffelen

gaffel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaffelen
    • Ik gaffel. 
  2. gebiedende wijs van gaffelen
    • Gaffel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaffelen
    • Gaffel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord gaffel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

gaffel

  1. (gereedschap) vork

Meer informatie

Verwijzingen

    Middelnederduits

    Woordherkomst en -opbouw
    • Afgeleid van het Oudsaksische gafala

    Zelfstandig naamwoord

    gaffel

    1. (gereedschap)(huishouden) vork; voorwerp bestaande uit een greep en (meestal 3 of 4) tanden, waarmee vast voedsel wordt gegeten
    Schrijfwijzen
    Overerving en ontlening

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈgɑfəl /
    Woordafbreking
    • gaf·fel
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig uit het Nederduits
    Naar frequentie 13274
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   gaffel     gaffelen     gafler     gaflene  
    genitief   gaffels     gaffelens     gaflers     gaflenes  

    Zelfstandig naamwoord

    gaffel m

    1. (scheepvaart) gaffel
    2. (gereedschap) (couvert) vork
    3. (gereedschap) gaffel, mestvork, riek
    4. (fiets) vork, achtervork, voorvork
    5. (schaak) vork, paardvork
    Hyperoniemen
    • [2]: spisebestikk, spiseredskap
    • [5]: dobbeltangrep
    Afgeleide begrippen
    • [1]: gaffelrigg, gaffelformet, gaffelseil, gaffeltoppseil
    • [2]: sølvgaffel
    • [3]: høygaffel
    • [4]: dempergaffel, teleskopgaffel
    Verwante begrippen
    • [3]: greip
    • gaffeltruck, stemmegaffel, åregaffel
    Uitdrukkingen en gezegden
    • [4]: kniv, skje og gaffel
    mes, lepel en vork

    Meer informatie

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈgɑfəl /
    Woordafbreking
    • gaf·fel
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig uit het Nederduits
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   gaffel     gaffelen     gaflar     gaflane  

    Zelfstandig naamwoord

    gaffel m

    1. (scheepvaart) gaffel
    2. (gereedschap) (couvert) vork
    3. (gereedschap) gaffel, mestvork, riek
    4. (fiets) vork, achtervork, voorvork
    5. (schaak) vork, paardvork
    Hyperoniemen
    • [5]: dobbeltangrep
    Afgeleide begrippen
    • [1]: gaffelrigg
    • [2]: sølvgaffel
    • [3]: høygaffel
    • [4]: dempargaffel, teleskopgaffel
    Verwante begrippen
    • [3]: greip
    • gaffeltruck, stemmegaffel

    Meer informatie

    Zweeds

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    Woordafbreking
    • gaf·fel
    gaffels enkelvoud meervoud
      onbepaald bepaald onbepaald bepaald
      nominatief     gaffel     gaffeln     gafflar     gafflarna  
      genitief     gaffels     gaffelns     gafflars     gafflarnas  

    Zelfstandig naamwoord

    gaffel, g

    1. vork
    2. (scheepvaart) gaffel
    Afgeleide begrippen
    • högaffel, salladsgaffel

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.