ganzenmars

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ganzenmars    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gan·zen·mars
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ganzenmars ganzenmarsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deganzenmarsv/m

  1. in een rij achter elkaar aanlopen
    • Drie eendenkuikens in ganzenmars hebben donderdag het verkeer op de autosnelweg bij het Oostenrijkse Salzburg platgelegd. Een patrouille van de verkeerspolitie zag de diertjes op de linker rijstrook richting Wenen waggelen. Daarop werd het verkeer stil gelegd. [1] 
    • Maar rijden in een ganzenmars zoals gisteren op de A28 is toch méér dan alleen een adaptieve cruisecontrol, aldus Hedström. „Op het moment dat de voorste vrachtwagen remt, doen de tweede en de derde dat ook, op hetzelfde moment. En dat is extra ten opzichte van een slimme cruisecontrol. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord ganzenmars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 19-06-2008 Eendenkuikens leggen autosnelweg plat
  2. Reformatorisch Dagblad Evert Barten 09-02-2015 Trucks in ganzenpas: da’s voordelig (met fotoserie)
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.