gasketel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gasketel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gas·ke·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasketel gasketels
verkleinwoord gasketeltje gasketeltjes

Zelfstandig naamwoord

degasketelm

  1. een gasgestookte ketel voor het verwarmen van water voor de centrale verwarming
    • En twee: onbekend is eveneens hoeveel mensen een oude gasketel hebben en hoeveel nieuwe ‘combiketels’, met een hoog rendement, er al in Nederland staan. Hier geldt, bijna paradoxaal: hoe meer ‘goeie’ ketels er staan, hoe lager de besparing zal zijn bij korter douchen. [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gasketel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Gijsbert van Es 10 september 2014
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.