geaarzel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geaarzel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·aar·zel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geaarzel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgeaarzelo

  1. aanhoudend twijfelen en daardoor het handelen uitstellend
    • Na veel geaarzel is de links-groene regering daar gekomen met voorstellen om de werkloosheidsuitkeringen te beperken. Dat roept echter fel verzet op. Vooral in het oosten van Duitsland, waar de werkloosheid hoog is. Veel inwoners van de voormalige DDR beschouwen zich nog steeds als tweederangsburgers. [2] 
    • Pöstlberger merkte vlak voor het ingaan van de laatste kilometer in een hectische finale met veel bochten dat hij een gaatje had. Die gratis meters had hij gekregen door wat getreuzel en geaarzel achter hem. Een echte aanval was het in eerste instantie niet, maar het leverde hem uiteindelijk wel de grootste zege uit zijn carrière op. Caleb Ewan en André Greipel werden tweede en derde. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geaarzel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.