gebazel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gebazel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·ba·zel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebazel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gebazel o
- onbenullig gezwets
Gangbaarheid
- Het woord gebazel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gebazel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.