gebeurtenis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebeurtenis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·beur·te·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voorval’ voor het eerst aangetroffen in 1793 [1]
  • Naamwoord van handeling van gebeuren met het achtervoegsel -enis.
enkelvoud meervoud
naamwoord gebeurtenis gebeurtenissen
verkleinwoord gebeurtenisje gebeurtenisjes

Zelfstandig naamwoord

degebeurtenisv

  1. iets dat gebeurt of gebeurd is
    • Deze gebeurtenis is van historisch belang. 
    • De precieze opeenvolging van de gebeurtenissen vanaf dat moment kon later niemand meer reconstrueren. [2] 
     Ik dacht aan de vele gebeurtenissen van de afgelopen maanden.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebeurtenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.