geboorteverlof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geboorteverlof    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈbortəvərˌlɔf/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·boor·te·ver·lof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geboorteverlof geboorteverloven
verkleinwoord geboorteverlofje geboorteverlofjes

Zelfstandig naamwoord

hetgeboorteverlofo

  1. (economie) periode dat men vrij mag nemen van het werk bij de geboorte van een kind
     Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) is trots over de uitbreiding: "Een grote sprong vooruit". Het is goed voor de band tussen ouder en kind en het is goed voor de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt, vindt hij van de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG).[1]
     Zondag is het Vaderdag. Vrijdag meldde kenniscentrum Rutgers dat prille vaders nauwelijks gebruik maken van ouderschapsverlof, vooral omdat ze daarvoor op hun werk te weinig steun ondervinden. Vanaf 1 juli volgend jaar kunnen ze tot vijf weken aanvullend geboorteverlof opnemen tegen 70 procent van het loon.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'geboorteverlof' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Vader krijgt drie dagen langer verlof na geboorte kind” (26-09-2018), Tubantia
  2. Weblink bron “Man wordt op steeds latere leeftijd vader” (15 jun. 2019), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.