gedachtegoed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gedachtegoed (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈdɑxtəˌɣut / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·dach·te·goed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gedachte en goed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedachtegoed | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gedachtegoed o
- het geheel van denkbeeld eigen aan iets of iemand
- Dat kwam regelrecht uit het gedachtegoed van Freud.
- Het constant exploiteren van het wij/zij-denken, het gestaag ontmenselijken van minderheden, het verspreiden van complottheorieën, het hameren op vijandbeelden, het paaien van bestuurlijke elites door je minder radicaal voor te doen dan je bent, het opjutten van jongeren die gevoelig zijn voor je gedachtegoed, blinde heldenverering in plaats van democratisch debat, het ondermijnen van de rechtsstaat, kritiek verdacht maken, verzet hardhandig de kop indrukken – het is een hele lijst, en het is allemaal meer dan herkenbaar.[1]
Schrijfwijzen
- gedachtengoed (officiële spelling tot 2006)
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gedachtegoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.