gedeputeerde
Niet te verwarren met: gedebuteerde |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gedeputeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·de·pu·teer·de
Woordherkomst en -opbouw
- Afleiding van gedeputeerd met het achtervoegsel -e [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedeputeerde | gedeputeerden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gedeputeerde v / m
- afgevaardigde
- (in Nederland) (beroep) een lid van de Gedeputeerde Staten van een provincie
Verwante begrippen
Hyponiemen
- cultuurgedeputeerde, ex-gedeputeerde, milieugedeputeerde, oud-gedeputeerde, vakgedeputeerde
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | deputeren… |
gedeputeerde
- verbogen vorm van gedeputeerd, voltooid deelwoord van deputeren
Gangbaarheid
- Het woord gedeputeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gedeputeerde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ gedeputeerde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.