gekamd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gekamd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈkɑmt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·kamd
Woordherkomst en -opbouw
  • ww, bn [A]: vervoeging van kammen: de stam met omvoegsel ge- -d
  • bn [B]: pseudodeelwoord afgeleid van  kam zn  met het omvoegsel ge- -d [1]

Werkwoord

vervoeging van: kammen…
verbogen vorm: gekamde

[A] gekamd

  1. voltooid deelwoord van kammen
  2. vormt de lijdende vorm
    • De haren werden gewassen en gekamd. 
  3. vormt de voltooide tijden
    • Hij had zijn haar gekamd. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gekamdgekamdergekamdst
verbogen gekamdegekamderegekamdste
partitief gekamdsgekamders-

Bijvoeglijk naamwoord

[A] gekamd

  1. (van haren) als met een kam gladgestreken of in model gebracht
  2. (van een persoon) met een verzorgd kapsel
  3. met een getand voorwerp bewerkt
Antoniemen
stellend
onverbogen gekamd
verbogen gekamde

Bijvoeglijk naamwoord

[B] gekamd

  1. (heraldiek) (van hanen of dolfijnen) voorzien van een kam
    • Een gekamde haan op een veld van or. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gekamd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.