gekauw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gekauw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·kauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gekauw | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gekauw o [1]
- het aanhoudend kauwen
- ▸ Ze vreesde het moment dat ze het geluid van haar eigen gekauw niet meer zou kunnen verdragen, zodat ze voortaan alleen nog maar vloeibaar voedsel tot zich kon nemen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gekauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.