gelach

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gelach    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈlɑx/
Woordafbreking
  • ge·lach
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van lachen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gelach -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgelacho

  1. het lachen; uiting van een vrolijke stemming
    • Hun gelach was al van ver hoorbaar. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gelach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.