gelamenteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gelamenteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·la·men·teer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gelamenteer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgelamenteero

  1. het aanhoudend zeuren en klagen
     `Vrouwen kunnen geen rechter worden.'Mevrouw Brandsma keek alsof ze een zuurtje stukbeet. Ík vind het zo onvrouwelijk, dat gelamenteer over rechten.'[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gelamenteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.