geldzaak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geldzaak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • geld·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geldzaak geldzaken
verkleinwoord geldzaakje geldzaakjes

Zelfstandig naamwoord

degeldzaakv/m

  1. een kwestie die (alleen maar) gaat over geld
    • De hoogte van de functieschaal van een docent is alleen maar een geldzaak en heeft niets te maken met zijn opleiding of zijn didactische kwaliteiten. 
  2. financiën
    • Zij heeft haar geldzaken goed voor elkaar want ze controleert altijd al haar post en betaalt altijd direct haar rekeningen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord geldzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.