gelijkmatigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gelijkmatigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·lijk·ma·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gelijkmatigheid gelijkmatigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degelijkmatigheidv

  1. het steeds overal hetzelfde zijn zonder uitschieters of onregelmatigheiden
     Het was de schuld van zijn zoontje op het paard, dat met kundig mennen te zorgen had voor gelijkmatigheid.[2]
  2. het emotioneel niet opgewonden zijn
     Toch waarschuwt Gerritse voor het conventionele beeld van Rauter als een bloeddorstige schurk of "roverhoofdman", zoals Loe de Jong hem zag. "Hij is na de oorlog afgeschilderd als een infantiel monster. Maar hij was niet een SS'er die met het schuim op de bek zijn slachtoffers zocht. Juist niet. Hij viel op door zijn gelijkmatigheid. Een slimme man, maar wel een fanaat."[3]
Synoniemen
Antoniemen
  • ongelijkmatigheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gelijkmatigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
  3. Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “SS'er Rauter wilde zijn terreur in Nederland wel 'sauber' houden” (24-10-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.