gemakhuisje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemakhuisje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·mak·huis·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord gemakhuisje gemakhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetgemakhuisjeo dim. tant.

  1. plee in een afzonderlijk gebouwtje; huisje (achter op het land of in de tuin) (vaak geplaatst op een beerput) waar men zijn behoefte kan doen, schijthuis, buitenprivaat

Gangbaarheid

  • Het woord 'gemakhuisje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.