gemekker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemekker    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈmɛkər/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /χəˈmɛkər/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈmɛkər/
Woordafbreking
  • ge·mek·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van mekkeren met het voorvoegsel ge-.
enkelvoud meervoud
naamwoord gemekker -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgemekkero

  1. het mekkeren
    • Het gemekker van de lammetjes klonk hem als muziek in de oren. 
  2. het gezaag
    • Stop eens met dat gemekker! 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gemekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.