genadegift
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: genadegift (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·na·de·gift
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van genade zn en gift zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genadegift | genadegiften |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de genadegift v / m
- iets wat men krijgt zonder dat men daar recht op heeft
- ▸ In tegenstelling tot de mensen die aan een ziekte bezweken, buiten hun schuld om verongelukten of geveld werden door een hartstilstand en die enorm zwaar worden als ze liggen te wachten op een laatste genadegift van hun nabestaanden of het verplegend personeel alsof ze met hun gewicht de zwaarte van het verlies en de levens die ze achterlaten willen benadrukken, zijn degenen die zelf hun leven beëindigden onbegrijpelijk en provocerend licht ...[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord genadegift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.