gesappel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gesappel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈsɑpəl/
Woordafbreking
  • ge·sap·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gesappel -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgesappelo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) moeizame arbeid
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gesappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.