geschreeuw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geschreeuw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·schreeuw
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van schreeuwen met het voorvoegsel ge-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | geschreeuw | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het geschreeuw o
- het telkens of aanhoudend schreeuwen
- ▸ Ik hoorde nog wat geschreeuw van onder in het dal en zwaaide dat alles oké was.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord geschreeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geschreeuw" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.