geschut

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geschut    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·schut
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘oorlogstuig waarmee men projectielen afvuurt’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • vervoeging van schutten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt
  • Naamwoord van handeling van schieten met het voorvoegsel ge- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord geschut -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgeschuto

  1. (militair) (gewoonlijk zwaar) oorlogsmateriaal waarmee projectielen kan worden geschoten
    • Zij slaagden er eindelijk in het vijandige geschut het zwijgen op te leggen. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: schutten…
verbogen vorm: geschutte

geschut

  1. voltooid deelwoord van schutten

Gangbaarheid

  • Het woord geschut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.