gesnap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gesnap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·snap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gesnap
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgesnapo

  1. het aanhoudend kletsen, babbelen
  2. het aanhoudend roddelen of kwaadspreken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gesnap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.